Diergedragskundigen hebben wel eens de neiging om met vaktermen te gooien zoals habituatie, desensitisatie of counter-conditionering. Indien jij ook maar iets met psychologie hebt, dan weet je waarschijnlijk wel wat ik bedoel. Toch is het voor veel mensen abracadabra. Op zich maakt dat niets uit, maar als je een angstig of agressief konijn hebt en je wilt hiermee aan de slag, is dit mogelijk opeens wel relevant voor je. Ik leg het je daarom uit in deze blog.
Technieken in gedragstherapie
Het doel van deze technieken is het aanpakken van de onderliggende emoties dat het probleemgedrag veroorzaakt. Als een konijn ergens angstig op reageert, is het niet voldoende om hem bijvoorbeeld wat lekkers te geven. Los van dat hij waarschijnlijk niets zal aanpakken, zal hij zich nog steeds onveilig voelen en daarmee is het probleem niet opgelost. Daarom is het zo belangrijk om te werken aan de emoties die onder een gedragsprobleem zitten. Niet alleen maar aan het gedrag dat je ziet.
Om de technieken te kunnen toepassen heb ik als gedragstherapeut een totaalbeeld nodig. De volledige situatie met alle factoren die van invloed kunnen zijn op gedrag is nodig om een juiste diagnose te stellen. Indien ik de diagnose weet kun je als eigenaar aan de slag met gedragsbegeleiding die hierbij past.
Ik zal beginnen met de toelichting van de termen habituatie, desensitisatie en Counter Conditioneren.
Habituatie
Habituatie is een ander woord voor gewenning en is de eenvoudigste vorm van leren. Het betekent dat jouw konijn op een passieve en geleidelijk manier went aan terugkerende prikkels. Wat het konijn ook doet, hij kan niets doen om het te doen stoppen. Denk bijvoorbeeld aan de hond van de buren die constant blaft. De hond blijft blaffen, ook al blijft jouw konijn stampen om te waarschuwen voor het gevaar dat volgens hem dreigt. Of het klapperen van een deur door harde wind. Uiteindelijk leert het konijn dat er niets gebeurt en went eraan. Onderzoeken hebben echter ook aangetoond dat habituatie tijdelijk kan zijn. Op het moment dat je konijn een tijd niet wordt blootgesteld aan de prikkel waar hij aan gewend is geraakt, kan hij weer hetzelfde reageren als voorheen (M.D. Breed, 2001).
In sommige gevallen is het tegenovergestelde dus waar en kan het zijn dat er geen gewenning aan een bepaalde angstaanjagende prikkel komt. En dit is lastig te voorspellen. Zo kan bijvoorbeeld het ene konijn snel gewend zijn aan een nieuw geluid in huis. Terwijl het andere konijn zich na maanden nog steeds verstopt op het moment dat de stofzuiger aangaat.
Desensitisatie
Desensitisatie betekent dat je jouw konijn op een geleidelijke manier blootstelt aan een bepaalde angst uitlokkende prikkel op een dermate lage intensiteit zodat het geen reactie uitlokt. Het doel is om een heftige emotionele reactie op een bepaalde prikkel te verminderen. Deze prikkel kan van alles zijn: van de groencontainer die je verplaatst door de tuin waar je konijnen rondlopen, tot andere dieren, mensen of specifieke situaties en objecten. Denk aan het vervoersmandje dat je alleen gebruikt als je naar de dierenarts gaat. Of geluiden zoals harde wind, een knetterende brommer, de vaatwasser……
Bij systematische desensitisatie voer je de intensiteit van de prikkel geleidelijk op, zonder dat het een angstreactie uitlokt. Je begint op het niveau dat het nog geen enkele negatieve reactie uitlokt. Dit wordt vervolgens stapje voor stapje opgebouwd, waardoor jouw konijn langzaam gaat wennen aan de aanwezigheid en de intensiteit van de prikkel. Als jouw konijn angstig reageert indien jij met de groencontainer langsloopt op een afstand van 5 meter, begin je dus met de desensitisatietraining op een grotere afstand. De afbeeldingen hieronder geven meer inzicht in wanneer je met desensitisatie aan de slag kunt.
Belangrijk is dat je altijd onder de grens blijft vanaf waar je konijn negatief gedrag kan gaan vertonen. Het gaat er juist om hem zo ontspannen mogelijk te houden. Dit is een tijdrovend proces. En ieder individu reageert anders. Daarom is desensitisatie en counter conditioneren geen ‘one size fits all’ methode, eerder maatwerk.
Counter Conditioneren
Counter Conditioneren werkt het beste in samenspel met desensitisatie. Bij Counter Conditioneren ga je een negatieve associatie omzetten in een positieve associatie. Dit doe je door iets wat jouw konijn ervaart als eng of bedreigend te koppelen aan iets heel positiefs. Op deze manier leert jouw konijn dat er iets leuks volgt als deze enge prikkel er is. Dit zorgt op den duur voor positief gevoel en gedrag. Indien de beloning goed genoeg is en zowel emotioneel als gedragsmatig niet verenigbaar is met de angstreactie die het voorheen opriep, dan zal de nieuwe positieve associatie overheersen. (Crowell-Davis, 2007)
Gedragstherapie voor honden vs. konijnen
Counter Conditioneren en desensitiseren worden vaak toegepast bij gedragstherapie bij honden. Dit betekent alleen niet dat de technieken één-op-één toe te passen zijn op konijnen. Het is goed om je bewust te zijn van een aantal factoren die van invloed zijn op het al dan niet slagen van de gedragstherapie.
Factoren die invloed hebben op al dan niet slagen gedragstherapie
- Konijnen zijn prooidieren en prooidieren zijn extra vatbaar voor de effecten van bijnierhormonen zoals adrenaline en cortisol. Dit kan zorgen voor een sterkere reactie op prikkels die angst uitlokken. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van een roofdier die in jouw ogen niets verkeerds doet.
- Het belangrijk dat je de lichaamstaal van jouw konijn op de juiste manier interpreteert. Zo weet je wanneer jouw konijn relaxt is en leer je de eerste tekenen van angst herkennen. Je kunt hier dan naar handelen. Dus niet pas reageren als je konijn al met wijd gesperde ogen in een hoek is gedoken.
- Houd rekening met alle factoren in de omgeving. Jouw konijn is zich namelijk bewust van alles wat zich om hem heen afspeelt. Bijvoorbeeld: jij zit kalm en rustig in de buurt van een angstig konijn. Op dat moment gaat de deurbel en je hond begint te blaffen. Dit zal een onmiddellijke (negatieve) reactie oproepen bij jouw konijn wat gekoppeld kan worden aan jouw aanwezigheid. Dan heb je een associatie die je niet wilt!
- Weet waar jouw konijn vandaan komt en wat je einddoel is. En ben daarin realistisch. Met mijn eigen konijnen Sjoerd en Muis ben ik beiden aan de slag gegaan met desensitisatie en daarna counter conditionering. Muis kwam bij mij omdat hij iedere hand aanviel die in de buurt kwam. Sjoerd ging juist altijd op de vlucht bij het zien van een mens. Ik heb echter nooit de illusie gehad dat het knuffelige konijnen zouden worden. En dat verwacht ik ook niet van ze. Wat ik wel wilde, is dat ik ze kan aanraken als het nodig is. Bijvoorbeeld voor een gezondheidscheck. En dat ze naar me toe komen als ik ze roep. En nog blijft het hard werken, want ik merk dat als ik minder met Sjoerd oefen, hij snel vervalt in oud gedrag en wegrent zodra ik in de buurt kom.
- Probeer te vermijden dat de desensitisatie trainingsperiode wordt verstoord door gebeurtenissen die mogelijk een nog meer negatieve lading geven aan de situatie. Stel je hebt een konijn dat niet graag opgepakt wordt en je gaat aan de slag met desensitiseren. Dan wil je voorkomen dat je in het begin van die trainingsperiode met je konijn naar de dierenarts moet en hem al moet oppakken.
- Ook al heb je je doel bereikt, blijf tussenstapjes oefenen en belonen. Zo stimuleer je het zelfvertrouwen van je konijn en het vertrouwen in jou. Wanneer je dit niet doet kan je konijn vervallen in oud gedrag.
Veel succes en neem contact op met een professional indien je hulp nodig hebt.
- Wanneer is het beter om je konijn te laten gaan? - 23 juni 2021
- Wat habituatie, desensitisatie en counter-conditionering kan betekenen voor jouw konijn? - 17 februari 2021
- Stress beperken bij bezoek aan de dierenarts of trimsalon - 25 november 2020